Woorden tekort

‘Je bent zo stil. Is er iets?’

Ja. Er is iets aan de hand met het systeem waarin de regelgeving over de toelating van vreemdelingen door bureaucraten zo wordt geïnterpreteerd het erop lijkt dat het Nederlandse vreemdelingenbeleid niet alleen inhumaan is geworden, maar dat wat kenmerkend was voor Nederland niet meer lijkt te bestaan. Ik kon het niet precies in woorden vatten, totdat ik in de onlangs verschenen voorpublicatie van de biografie die Jolanda Withuis over koningin Juliana schrijft een zin las die prinses Juliana tijdens de Tweede Wereldoorlog  in een rede op 17 juni 1940 voor de Canadese radio heeft uitgesproken:

‘Mijn landgenoten hebben altijd het recht verdedigd van het individu op zijn eigen vrijheid, op de vrijheid van zijn persoon en de vrijheid van zijn geest. Wanneer in andere delen van de wereld die rechten werden ontzegd, heetten zij hen welkom en namen zij hen op in hun harten en in hun huizen.’ (zie: Jolanda Withuis, Juliana’s vergeten oorlog, pag. 29)

 

Het individuele recht op vrijheid. Later door president Franklin Roosevelt neergelegd in de Four Freedoms: vrijheid van meningsuiting, vrijheid van godsdienst, vrijwaring van vrees en vrijwaring van gebrek. De eerste aanzet tot de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.

Die rechten worden in Nederland steeds meer veronachtzaamd. Door de politieke beleidsmakers, de wetgevers en de uitvoerders van de wet- en regelgeving.

Mensen die ik heb opgenomen in mijn hart en in mijn huis wordt het recht ontzegd hier de vrijheid te genieten die hen elders wordt ontzegd. Om wie gaat het?

 

De Raad van State, het politieke rechtsorgaan van de regering, meent recht te spreken in de naam van de Koning door HIV patiënten uit Nigeria en Ghana het recht te onthouden in Nederland een medische behandeling te ondergaan die hen in leven houdt, omdat behandeling in landen van herkomst mogelijk zou zijn. De mening van in Nederland gezaghebbende artsen dat medische behandeling in de landen daar onvoldoende is gegarandeerd wordt door een arts van het Bureau Medische Advisering van de IND genegeerd, omdat uit anonieme, dus niet te verifiëren bronnen in Nigeria en Ghana zou blijken dat de behandeling daar wel aanwezig zou zijn.

Een Ghanese HIV patiënt kan namelijk bij één apotheek in Accra de door haar of hem gebruikte medicatie laten bestellen in het Verenigd Koninkrijk. De medicijnen zijn dus beschikbaar. Of ze door de patiënt betaalbaar zijn, is kennelijk niet van belang. Of artsen in Ghana in staat zijn de werking van medicijnen, die daar niet standaard aanwezig zijn, te controleren, is niet aan de orde. Je kunt immers niet dezelfde hoge standaard aanleggen die wij in Nederland hanteren inzake de medische zorg, oordeelt de Raad van State.

De medicatie kost zo’n 1.250 euro per maand. Dat bedrag is voor een Nederlandse HIV patiënt niet uit eigen inkomen op te brengen. Wij hebben daarvoor een solidariteitssysteem bedacht, de ziektekostenverzekering. Die bestaat in Ghana niet. De levensstandaard in Ghana is zo laag dat een HIV patiënt niet in staat is om maandelijks uit eigen middelen 1.250 euro voor de medicijnen te betalen. Via het I.O.M., de internationale organisatie voor migratie, kan een Ghanees die er voor kiest Nederland vrijwillig te verlaten, een bedrag van 2.600 euro meekrijgen. Genoeg voor twee maanden medicatie. Wat er daarna gebeurt?

 

De Raad van State heeft geoordeeld dat uitgeprocedeerde asielzoekers uit verschillende brandhaarden en schroeiplekken van de wereld terug kunnen naar hun eigen land, omdat daar behandeling aanwezig zou zijn. Ik ken verscheidene ex-asielzoekers uit Sierra Leone. Ze zijn zo getraumatiseerd door de verschrikkingen van de burgeroorlog die daar heeft gewoed, dat ze jarenlange behandeling behoeven door gerenommeerde behandelcentra voor oorlogsslachtoffers, als Centrum 45 en Equator Foundation, voor een posttraumatisch stress syndroom (PTSS). Ook zij zouden volgens de IND voor behandeling terecht kunnen in Freetown. In december vorig jaar bezocht Margriet Muurling, met wie ik een training interculturele communicatie verzorgde voor een groep aankomende spreekuurmedewerkers van Stap Verder in de Bijlmer, in Freetown een vriendin die werkzaam was in het behandelcentrum aldaar. De patiënten zitten daar vastgeketend. Of zo’n behandeling aanslaat? De IND zal met droge ogen zeggen: je kunt niet dezelfde hoge standaard aanleggen die wij in Nederland hanteren inzake de medische zorg.

 

De Raad van State heeft geoordeeld dat een Eritrese vrouw niet voor gezinshereniging in aanmerking komt met haar Nederlandse echtgenoot en haar vier Nederlandse kinderen, omdat de man nog niet lang genoeg arbeidsongeschikt is om vrijgesteld te worden van de inkomenseis, de kinderen niet lang genoeg geworteld zijn in Nederland en, mocht Eritrea voor de man te gevaarlijk zijn - hij heeft er eerder tweeënhalf jaar zonder vorm van proces gevangen gezeten - , er altijd nog een ‘derde’ land zijn waar gezinsleven mogelijk zou zijn, bijvoorbeeld Soedan. Want daar verblijft de vrouw op dit moment met het jongste kind. Ik kan het me niet voorstellen: een christelijk gezin, met een man die fysiek en psychisch niet in staat is om te werken, zou in een moslimland zijn gezin kunnen onderhouden? Ik weet niet welke ambtenaar van achter zijn of haar bureau dit soort oplossingen bedenkt of als standaardzin uit een computertekst knipt en plakt.

‘Cor, wanneer komt mamma naar Nederland?’, vraagt Simon. ‘God verhoort’, betekent die naam.

Kijkt God de andere kant op? Of doen wij dat?

 

Ik kreeg een keer ongenadig op mijn kop van Lodewijk Dros, redacteur bij het dagblad Trouw, na afloop van een viering van Heilig Vuur West, toen ik bij een inleiding op de voorbeden aandacht had gevraagd voor een ex-asielzoeker die regelmatig de vieringen had bezocht, maar na een vreemdelingenbewaring was gedeporteerd. Ik had het woord deporteren niet mogen gebruiken. Dat woord was voorbehouden aan de joden die tijdens de Tweede Wereldoorlog uit Nederland waren weggevoerd naar de concentratiekampen. Dat mocht niet in een andere context worden gebruikt. Mea culpa. Ik moet voorzichtig zijn in mijn bewoordingen. Ik zal het woord ‘illegalen’ niet in de mond nemen. Ik spreek en schrijf over ‘ongedocumenteerden’ als ik het heb over mensen die geen verblijfsvergunning hebben. In 1938 werd het woord ‘illegaal’ in Nederland voor het eerst gebruikt, toen joodse vluchtelingen, na de Reichskristallnacht uit Duitsland naar Nederland vluchtten. De meesten werden bij grenscontroles teruggestuurd (…). Wie aan de controle wist te ontsnappen en in Nederland verbleef, heette ‘illegaal’. Het zou tot 1969 duren voordat die term opnieuw zou opduiken, alleen toen voor gastarbeiders die zonder visum naar Nederland waren gekomen. (zie: Leo en Jan Lucassen, Winnaars en verliezers, 2011, pag. 184)

Kort voor de opheffing van de boekwinkel in de Kalverstraat, die vroeger De Slegte heette, probeerde ik in de uitverkoop nog iets van mijn gading te vinden. Ik vond in de chaos een boek van Jim Wallis, een bekende Amerikaanse evangelical, vanwege zijn - ik zou bijna zeggen Doperse - opvattingen over gerechtigheid en vrede. Het boek heeft als titel God’s Politics, de politiek van God. Jim Wallis beschrijft in zijn boek hoe hij aan studenten de opdracht gaf om in de Bijbel te zoeken naar gedeelten waarin het over de armen ging en over Gods antwoord op onrecht. De studenten vonden duizenden teksten over de armen. Een van hen pakte een oude Bijbel en knipte er met een schaar alle teksten uit die over armen gingen. Van de profetenboeken bleef niet veel heel. Amos, Jesaja, Micha. Allemaal teksten over onrecht tegen de armen. Van de Psalmen bleef weinig over. Alles over het Jubeljaar, vanaf Leviticus, werd weggeknipt. Dat slaven in vrijheid moesten worden gesteld, dat schulden moesten worden kwijtgescholden, dat het land teruggegeven moest worden aan de oorspronkelijke bezitters. De Lofzang van Maria werd eruit geknipt, het eerste optreden van Jezus in de synagoge in Nazareth. De hele Bergrede. De gemeentevorming uit het boek van de Handelingen der Apostelen met de mededeling dat er zo gedeeld werd dat niemand onder hen behoeftig was. En ook teksten van Paulus, Jacobus, Johannes. Het was een Bijbel zo vol met gaten dat die uit elkaar viel. Wat restte was een boek zonder sociaal gezicht. Wie de arme links laat liggen, maakt van de Bijbel een boek met gaten. (zie: Jim Wallis, God’s politics, pag. 212vv)

 

‘Hoe kostbaar is een kwetsbaar mens’, schreef Okke Jager ooit. Het is een leidraad in mijn leven. Ik kom er niet van los.

‘Je bent zo stil. Is er iets?’.

Ja. Ik kom woorden tekort.

Ik kan niet de andere kant opkijken. Mea culpa.

 

Cor Ofman