Hoera, een Vluchtkerk. En wat nu?

En toen was er de ‘Vluchtkerk’. Een groep jonge christelijke en andere activisten trok zich het lot aan van de bewoners van het tentenkamp in Osdorp en vond elkaar en andere medestanders via Facebook. Ik zocht even naar een Engelse vertaling. Want hoe rapporteer ik daarover in mijn wekelijkse radioprogramma voor ongedocumenteerden op RaZo? Ik kwam uit op ‘Refuge Church’. Kortweg ‘Refuge’, in ouder Nederlands:Toevlucht. Een ‘vrijplaats’ of ‘wijkplaats’. Ook een Bijbels begrip, meer oudtestamentisch dan vroegkerkelijk.

Geweldig, zo’n Vluchtkerk. In no time geregeld. Gewoon een al lang leegstaande kerk kraken (vroeger een plek van Franciskanen, met hun communiteit op de Robert Scottstraat). De huidige eigenaar had er kennelijk geen problemen mee.

 

Maar hoe nu verder? De gemeente Amsterdam is hiermee van z’n verantwoordelijkheid af. Reageerde burgemeester Eberhard van der Laan een beetje bozig dat hij alle energie had gestoken in het vinden van bereidwilliger gemeenten om aan de grootste groep opvang te verlenen (verdeel en heers?), laat de groep zich niet opdelen. ‘Somaliërs laten zich niet opdelen, die vinden elkaar altijd wel’, hoorde ik iemand zeggen. Ze gingen dus niet. Dus werd het kamp aan de Notweg ontruimd, werden er 108 mensen afgevoerd door de politie en op tien na binnen korte tijd weer aan de straat overgeleverd. Duidelijk was dat kennelijk het overgrote deel niet uitzetbaar zou zijn. De koopman won het van de dominee, want maandenlange vreemdelingenbewaring kost nou eenmaal wat, zo’n tweehonderd euro per dag. Het woord barmhartigheid kon uit de vocabulaire van de gemeente en de IND en DT&V worden geschrapt.

 

En toen was er een alternatieve ‘kerk’, vooral bestaande uit jonge Amsterdammers die eerder dit jaar aan het Vreemdlandfestival in de Keizersgrachtkerk hadden deel genomen en via Facebook snel te mobiliseren bleek. Een nachtje bunker Vondelpark en wat andere alternatieven en vervolgens een leegstaande kerk, die de status van klimhal niet had overleefd. Een kale kerk, zelfs een monument waar niet al te veel aan vertimmerd mag worden. Ontstaat er zomaar een dag-en-nacht-kerk als opvang voor zo’n tachtig uitgeprocedeerde asielzoekers. Komt een beetje in de buurt van mijn eigen ‘droom’: een allenachtkerk voor zoekers naar zingeving en andere wakers en dromers en mensen zonder nachtelijk dak boven hun hoofd.

De Vluchtkerk mag er zijn tot ergens in maart. Het contract zal snel worden getekend (daar is de Protestantse Diaconie goed woor), kennelijk gedoogd door de overheden die zich vooralsnog stil lijken te houden tot na de feestdagen. Merry Christmas everybody and a happy New Year.

 

Maar hoe houd je de spanningsboog vast? Blijven de jongeren ook solidair als de actie een lange adem nodig heeft? In de situatie van kwetsbare asielzoekers past geen kortademigheid, maar tijd en aandacht. En het onderscheiden van de geesten: wie is actievoerder die het ook wel op een andere manier weer redt, als het tij keert? Wie is kwetsbaar en gaat er onderdoor als de aandacht verflauwt? Er zal tijd nodig zijn voor de individuele verhalen van de mensen. Niet enkel door het beoordelen van een dossier, maar het met de asielzoeker in gesprek gaan over de achtergronden van zijn vluchtverhaal, de wellicht verzwegen aspecten, de mogelijkheden en onmogelijkheden van een terugkeer of doormigratie. De vraag of er voor mensen, volgens Europese richtlijnen ook andere mogelijkheden tot vestiging zijn dan een verblijfsstatus op grond van asiel. Misschien zou een aantal, zoals dat in Polen en Italië bijvoorbeeld kan, een werkvergunning kunnen krijgen en daarmee gaandeweg een verblijfsrecht kunnen ‘verdienen’. Met mijn toenmalige collega Nico van der Perk deed ik in 2002 een dergelijk voorstel ten behoeve van de ‘witte’ illegalen die de regularisatie hadden gemist. Daar was toen geen draagvlak voor.

 

En toen lagen er al conceptstatuten voor een Stichting ‘Vluchtelingen van de straat’. Gesteund door Arie van Driel, oude rot in het vreemdelingenrecht en Thomas Spijkerboer, wetenschapper. Doel: het bieden van een veilige plek (dat zou je eigenlijk van de overheid mogen verwachten), middel: kerkasiel (of misschien beter: vrijplaats). Meedenkers: de Protestantse Diaconie, het Studentenpastoraat (Ranfar Kouwijzer, organisator van het Vreemdlandfestival, Preek van de Leek, Roze Vieringen; en Huub Oosterhuis, gepassioneerd schrijver – ‘Red hen die geen verweer hebben’ - , dichter en gezicht achter de Nieuwe Liefde en sinds mijn heugenis de Studentenekklesia) en Geesje Werkman van Kerk in Actie, het diaconaal gezicht van de PKN. Van Driel denkt aan een termijn van twee jaar. Zoveel tijd is nodig om ex-asielzoekers vreemdelingenrechtelijk te begeleiden in procedures die moeten leiden tot een verblijfsrecht, dan wel een gedoogstatus, dan wel een verantwoorde terugkeer. Voor alles nú een veilige plek. En het mede betrekken van de mensen zelf bij het zoeken naar oplossingen en (noem het maar) empowerment. Een mooi plan.

 

Vraag is hoe je mensen betrokken houdt (de Facebook jongeren) en bredere steun verwerft (bijvoorbeeld bij de kerkelijke achterban en de Amsterdamse bevolking). Dat kan door eerlijke verhalen over wat de mensen heeft bewogen om hier asiel te vragen, de ‘Mauro’s’, die je een verblijf gunt. En in hun slipstream anderen die kwetsbaar zijn en geen verweer hebben.

 

Fijn dat er nu een Vluchtkerk is. Dat biedt hoop. Maar er is nog een hoop te doen!

 

 Cor Ofman

de voormalige Jozefkerk
de voormalige Jozefkerk